Tafeltennis

Tafeltennis is ontstaan in Engeland, als een variant op het buitentennis. Het wordt gespeeld met een klein, licht balletje en rood/zwarte batjes aan een tafel waar een netje overheen is gespannen. Alle afmetingen moeten aan strenge regels voldoen.

Je scoort een punt als je tegenstander(s) niet of niet correct kunnen terugspelen. Je serveert om beurten 2 keer. Een game gaat tot 11 punten (of meer: er moeten 2 punten verschil zijn). Drie gewonnen games (of vier bij een best-of-seven) leveren je de winst van de set op.

Behalve snelheid wordt er meestal effect aan de bal meegegeven: back-, top- of zijspin. Dat maakt het voor je tegenstander moeilijker om de bal goed terug te spelen. Het soort rubber op je batje is o.a. van invloed op de mate van effect dat je geeft of kan verwerken.

Voor meer informatie over het spel kijk je op de website van de tafeltennisbond www.nttb.nl.